
zelfportret van Jacques-Louis David 1791
Jacques-Louis David
1748–1825
Jacques-Louis David was een Franse schilder die uitgroeide tot de belangrijkste vertegenwoordiger van het neoclassicisme. Zijn heldere lijnen, monumentale composities en morele thema’s maakten hem de officiële kunstenaar van de Franse Revolutie en later hofschilder van Napoleon Bonaparte. Zijn werk belichaamde de politieke en culturele veranderingen van zijn tijd en zette de toon voor de kunst in het Europa van de late 18e en vroege 19e eeuw.
Geboren in Parijs in 1748, werd David al jong wees van zijn vader en opgevoed door familie. Ondanks tegenslagen en gezondheidsproblemen ontwikkelde hij zich tot een ambitieuze en gepassioneerde kunstenaar. Zijn carrière liep parallel aan de woelige geschiedenis van Frankrijk, waardoor zijn schilderijen niet alleen artistieke meesterwerken zijn, maar ook visuele kronieken van hun tijd.
Vroege leven en carrière
David begon zijn studie aan de Académie Royale in Parijs en won in 1774 de prestigieuze Prix de Rome, waarmee hij de kans kreeg om in Italië te studeren. Daar raakte hij diep onder de indruk van de klassieke oudheid en de Renaissance, vooral van kunstenaars als Raphael en Caravaggio.
Terug in Frankrijk brak hij door met werken als Belisarius smeekt om een aalmoes (1781) en De eed van de Horatii (1784), waarin hij de neoclassicistische stijl definieerde: helder, streng en moreel beladen. Deze schilderijen werden gezien als uitingen van patriottische en republikeinse deugden.
Stijl en techniek
- Neoclassicisme – Strakke lijnen, symmetrische composities en thema’s uit de oudheid vormden de kern van zijn stijl.
- Moraal en politiek – Zijn schilderijen droegen vaak een boodschap van deugd, opoffering en patriottisme.
- Monumentale werken – David gebruikte vaak grote doeken en dramatische poses om zijn boodschap kracht bij te zetten.
- Leermeester – Hij leidde vele leerlingen op, waaronder beroemde namen als Jean-Auguste-Dominique Ingres en Antoine-Jean Gros.
Belangrijkste werken
- De eed van de Horatii (1784) – Een patriottisch werk dat neoclassicisme definieerde en grote invloed had op de kunstwereld.
- De dood van Marat (1793) – Een iconisch schilderij van de vermoorde revolutionair Jean-Paul Marat, vaak vergeleken met een moderne Pietà.
- De kroning van Napoleon (1807) – Een monumentaal doek waarin Napoleon zichzelf tot keizer kroont in aanwezigheid van paus Pius VII.
- Leonidas bij Thermopylae (1814) – Een groots historiestuk waarin heroïek en opoffering centraal staan.
Politiek engagement en Revolutie
Tijdens de Franse Revolutie sloot David zich aan bij de radicale Jacobijnen en werd hij een persoonlijke vriend van Robespierre. Hij gebruikte zijn kunst om revolutionaire idealen te verheerlijken. Schilderijen als De dood van Marat (1793) werden iconen van de revolutie, waarin martelaarschap en politieke overtuiging centraal stonden.
Na de val van Robespierre werd David korte tijd gevangengezet, maar hij wist zijn positie te herstellen. In de Napoleontische periode werd hij de officiële hofschilder van de keizer, verantwoordelijk voor monumentale werken als De kroning van Napoleon (1807).
Privéleven
David had een complex privéleven. In 1782 trouwde hij met Marguerite-Charlotte Pécoul, dochter van een rijke aannemer, wat hem zowel financiële zekerheid als politieke connecties opleverde. Ondanks zijn politieke radicalisme bleef hij door zijn huwelijk toegang houden tot de elite.
Hij leed aan een gezwel aan zijn kaak, wat zijn spraak bemoeilijkte en hem een asymmetrisch gezicht gaf. Toch hield dit hem niet tegen om een centrale rol te spelen in het artistieke en politieke leven van Parijs.
Leermeester en nalatenschap
Jacques-Louis David was niet alleen een groot schilder, maar ook een uitzonderlijke leermeester. Tijdens zijn carrière leidde hij meer dan 400 studenten op in zijn atelier. Tot zijn bekendste leerlingen behoren Jean-Auguste-Dominique Ingres en Antoine-Jean Gros, die ieder hun eigen weg vonden maar duidelijk het stempel van David droegen.
Onder zijn leiding leerden zij de strengheid van het neoclassicisme kennen, met nadruk op lijn, compositie en morele boodschap. Toch gaf David zijn leerlingen ook de vrijheid om zich te ontwikkelen. Waar Ingres vasthield aan zuiver classicisme, vond Gros inspiratie in dramatische en emotionele thema’s die de Romantiek voorbereidden.
Zo zorgde David ervoor dat zijn invloed zich ver voorbij zijn eigen carrière uitstrekte. Zijn atelier werd een kweekvijver van talent, en zijn nalatenschap leeft voort in de generaties kunstenaars die na hem kwamen.
Laatste jaren en dood
Na de val van Napoleon werd David verbannen als “regicide” omdat hij had gestemd voor de executie van koning Lodewijk XVI. Hij vestigde zich in Brussel, waar hij bleef schilderen, maar geen grote opdrachten meer kreeg. Zijn laatste jaren waren rustiger, al bleef hij werken aan portretten en kleinere composities.
David overleed op 29 december 1825 in Brussel na een ongeluk waarbij hij was gevallen. Hij werd begraven in Brussel, maar later werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar Parijs.
Waardering en invloed
David wordt gezien als de belichaming van het neoclassicisme en een kunstenaar die kunst en politiek op ongekende wijze wist te verenigen. Zijn stijl beïnvloedde generaties schilders in heel Europa. Hoewel zijn politieke keuzes soms controversieel waren, blijft zijn nalatenschap als schilder enorm: hij definieerde de kunst van zijn tijd en legde visueel vast hoe een natie zichzelf opnieuw uitvond.
Interessante feitjes
Een spraakgebrek door ziekte
David had een tumor aan zijn kaak waardoor zijn gezicht scheef stond en spreken moeilijk was. Toch werd hij een belangrijk figuur in zowel de kunst als de politiek.
Een revolutionair kunstenaar
Hij stemde voor de dood van koning Lodewijk XVI en werd hierdoor na de Restauratie gezien als verrader. Zijn ballingschap in Brussel was een direct gevolg van deze keuze.
Een ruzie met Robespierre
Hoewel David een bondgenoot van Robespierre was, kreeg hij soms kritiek dat zijn schilderijen te langzaam vorderden. Robespierre zou hem hebben aangespoord om sneller te werken, omdat de revolutie “geen tijd had voor traagheid in de kunst”.
Zelfverzekerde Napoleon
In De kroning van Napoleon schilderde hij hoe Napoleon zichzelf kroont, in plaats van door de paus gekroond te worden. Dit detail was een bewuste keuze om Napoleons macht en onafhankelijkheid te benadrukken.
Een ‘pietà’ voor de revolutie
Zijn schilderij De dood van Marat wordt vaak vergeleken met een religieuze Pietà, waarmee David een politieke moord verhief tot een bijna heilige gebeurtenis.
Een schilder met politieke macht
Tijdens de Revolutie zat David in het Comité de sûreté générale, waar hij meebesliste over levens en dood. Daarmee was hij meer dan alleen een kunstenaar: hij had echte politieke invloed.
Een tragisch ongeluk
David overleed na een val, toen een koets hem had geraakt. Zijn politieke verleden zorgde ervoor dat hij in Brussel begraven moest worden, al werden zijn stoffelijke resten later alsnog in Parijs bijgezet.
Een excentrieke lesmethode
Volgens sommige leerlingen kon David driftig worden tijdens het lesgeven. Hij zou hen soms dwingen urenlang modellen in klassieke poses te tekenen, totdat elke lijn naar zijn zin was.