Land Art en Omgevingskunst
Periode: Late jaren 1960 en vroege jaren 1970 tot heden
Land Art en Omgevingskunst ontstonden in de late jaren 1960 en vroege jaren 1970 als een reactie op de commercialisering van de kunstwereld en de beperkingen van traditionele galerie- en museumruimtes.
Deze kunstvormen verplaatsen zich naar de natuur, waar kunstenaars grootschalige werken creëren die de natuurlijke omgeving transformeren en ermee interageren. De nadruk ligt vaak op duurzaamheid, de vergankelijkheid van materialen en de relatie tussen mens en natuur. Land Art en Omgevingskunst worden vaak gezien als een uitnodiging tot contemplatie en een heroverweging van hoe kunst zich verhoudt tot de aarde
De stroming
Monumentale ingrepen
Kunstenaars in de Land Art maakten vaak gebruik van grootschalige ingrepen in het landschap om krachtige visuele statements te maken. Deze werken zijn vaak ontworpen om naadloos samen te gaan met de natuurlijke omgeving.
Voorbeeld: Robert Smithson’s "Spiral Jetty" (1970) is een spiraalvormige sculptuur van aarde, stenen en zout die zich uitstrekt in het Great Salt Lake in Utah.
Robert Smithson’s "Spiral Jetty"
Tijdelijkheid en verval
Omgevingskunst benadrukt vaak de vergankelijkheid van kunst. Kunstenaars gebruiken natuurlijke materialen die onderhevig zijn aan erosie, groei of verval, waardoor de werken voortdurend veranderen.
Voorbeeld: Andy Goldsworthy’s "Icicles" (1987), een sculptuur gemaakt van ijs die smelt en verdwijnt, illustreert de vergankelijkheid van natuurlijke materialen.
Een voorbeeld van een van de ijssculpturen van Andy Goldsworthy
Dialogen met de natuur
Deze kunstvormen proberen vaak de interactie tussen kunst en landschap te benadrukken, waarbij de natuur niet slechts een achtergrond is, maar een integraal onderdeel van het werk.
Voorbeeld: Richard Long’s "A Line Made by Walking" (1967) bestaat uit een lijn in het gras die is ontstaan door simpelweg heen en weer te lopen, waardoor het landschap subtiel verandert.
Richard Long’s "A Line Made by Walking"
Kenmerken van Land Art en Omgevingskunst
Natuurlijke materialen
Kunstenaars gebruiken materialen zoals aarde, steen, hout, ijs en water.
Site-specifiek
Elk werk is uniek voor zijn locatie en kan niet worden verplaatst.
Vergankelijkheid
Veel werken zijn tijdelijk en veranderen of verdwijnen door natuurlijke processen.
Ecologische reflectie
De kunst nodigt vaak uit tot nadenken over milieukwesties en onze relatie met de natuur.
Symboliek en functie
Land Art en Omgevingskunst zijn vaak doordrenkt van symboliek die de vergankelijkheid van het leven, de kracht van de natuur en de invloed van de mens op het landschap weerspiegelt. Deze werken nodigen toeschouwers uit om stil te staan bij onze afhankelijkheid van de aarde en ons respect voor haar cycli en processen.
Materialen en technieken
Materialen: Steen, hout, aarde, water, zand, ijs en andere natuurlijke elementen.
Technieken:
- Graven en bouwen: Het verplaatsen van grond, stenen of water om sculpturen te creëren.
- Natuurlijke interactie: Het gebruik van de natuurlijke elementen zoals wind, zonlicht of getijden als onderdeel van het kunstwerk.
- Fotografie en documentatie: Omdat veel werken tijdelijk zijn, wordt documentatie een essentieel onderdeel van de presentatie.
Belangrijke Kunstenaars en Werken
Robert Smithson (1938-1973)
"Spiral Jetty" (1970): Een iconisch werk dat zich integreert met het zoutmeer en het omringende landschap.
Andy Goldsworthy (1956-heden)
"Icicles" (1987): Een tijdelijke sculptuur die de vergankelijkheid van ijs onderzoekt.
Richard Long (1945-heden)
"A Line Made by Walking" (1967): Een subtiele ingreep in het landschap die menselijke aanwezigheid benadrukt.
Walter De Maria (1935-2013)
"The Lightning Field" (1977): Een werk bestaande uit 400 stalen palen die blikseminslagen aantrekken in een afgelegen woestijngebied.