Haus am Horn (Weimar, 1923) – Georg Muche

Bauhaus 

Periode: (ca. 1919–1933)

Bauhaus was een invloedrijke ontwerp- en kunstschool die actief was van 1919 tot 1933, opgericht door Walter Gropius in Weimar, Duitsland. De stroming bracht kunst, ambacht en technologie samen met als doel functioneel en sociaal verantwoord ontwerp te creëren. Bauhaus-architectuur kenmerkt zich door strakke vormen, platte daken, witte gevels en het gebruik van moderne materialen zoals staal en glas.

De beweging had een diepe invloed op modernistische architectuur en design wereldwijd, met nadruk op eenvoud, efficiëntie en massaproductie. Ondanks zijn korte bestaan – en de sluiting onder druk van het naziregime – leeft de erfenis van het Bauhaus voort in zowel architectuur als industriële vormgeving. Zijn principes blijven tot op heden zichtbaar in minimalistisch en functioneel ontwerp.

 

Voorbeelden 

Het Bauhaus in Dessau - ontworpen door Walter Gropius

ADGB Bundesschule (Bernau, 1930)

Masters’ Houses (Dessau, 1925–26) – Walter Gropius

 

Kenmerken Bauhaus  

  • Functionalisme
    Vorm volgt functie (form follows function): ontwerpen zijn logisch, zonder overbodige versiering. Alles heeft een doel.
  • Strakke geometrische vormen
    Veel gebruik van eenvoudige vormen zoals rechthoeken, cirkels en kubussen.

  • Asymmetrie en open plattegronden
    Gebouwen zijn vaak asymmetrisch opgebouwd, met een vrije indeling van ruimtes.Lichte, transparante architectuur
    Veel glas en open gevels zorgen voor lichtinval en verbinding tussen binnen en buiten.

  • Integratie van kunst, ambacht en techniek
    Architectuur, meubelontwerp, typografie en textiel werden als één geheel benaderd.

  • Standaardisatie en seriematige productie
    Ontwerpen moesten reproduceerbaar en betaalbaar zijn voor een breder publiek.

  • Afwezigheid van ornament
    Sierlijke decoraties werden bewust weggelaten ten gunste van zuivere, duidelijke vormgeving.

Materialen

  • Gewapend beton – voor structurele vrijheid en moderne bouwtechnieken.

  • Staal – voor kolommen, raamkozijnen en meubelframes. Licht, sterk en industrieel.

  • Glas – grote ramen, glazen gevels en vliesgevels zorgen voor licht en transparantie.

  • Stucwerk / witte pleister – vaak voor gevelafwerking; strak en modern ogend.

  • Baksteen (functioneel toegepast) – soms zichtbaar in vroege Bauhaus-projecten.

  • Hout – met name in meubels, maar altijd eenvoudig en zonder versiering.

 

Belangrijke architecten uit deze periode


Walter Gropius (1883–1969) - Duitsland
oprichter van het Bauhaus, pionier van functionele architectuur.

 

Hannes Meyer (1889–1954) – Zwitserland

Hij was de tweede directeur van het Bauhaus (1928–1930), na Gropius. Zijn focus lag sterk op functionele, sociale en collectieve architectuur, meer dan op esthetiek.

 

Georg Muche (1895–1987) – Duitsland
Bekend om zijn experimentele en functionele ontwerpen waarin kunst en architectuur samenkomen.
Belangrijk werk: Haus am Horn (Weimar).