Neo-expressionisme
Periode: Eind jaren zeventig - 1985
Neo-expressionisme is een kunststroming die in de late jaren 1970 en vroege jaren 1980 ontstond als reactie op het minimalisme en conceptuele kunst. Het keerde terug naar de expressieve kracht van schilderkunst, waarbij vaak herkenbare, figuratieve vormen werden gebruikt, zoals menselijke figuren, dieren en landschappen. Kunstenaars probeerden emoties en ervaringen over te brengen via energieke penseelstreken, felle kleuren en vaak chaotische composities.
Het contrast met de koelere en theoretisch gedreven kunstvormen zoals minimalisme en conceptuele kunst was groot: waar die stromingen rationeel en abstract waren, was neo-expressionisme levendig, intuïtief en vol gevoel.
Het ontstaan
Het neo-expressionisme ontstond in een tijd van culturele en politieke onrust. De jaren 1970 en 1980 waren gekenmerkt door grote veranderingen in de wereld, zoals de opkomst van het postmodernisme, de Koude Oorlog en sociale onrusten. In deze context wilden kunstenaars terugkeren naar een meer persoonlijke, emotionele manier van werken. Ze vonden inspiratie in eerdere stromingen zoals het Duits expressionisme van begin 20e eeuw en het abstract expressionisme van na de Tweede Wereldoorlog. Vooral in Europa en de Verenigde Staten groeide deze beweging uit tot een dominante kracht in de kunstwereld.
Substromingen
Neo-expressionisme kan in enkele substromingen worden onderverdeeld, afhankelijk van geografische verschillen en de thema's die kunstenaars behandelden:
Duitse "Neue Wilde": In Duitsland ontstond een krachtige substroming met kunstenaars zoals Georg Baselitz, Anselm Kiefer en Jörg Immendorff. Hun werk werd vaak gekenmerkt door historische en maatschappelijke thema's, zoals de verwerking van de Tweede Wereldoorlog en de Duitse identiteit.
Italiaanse "Transavanguardia": In Italië werd de beweging geleid door kunstenaars als Francesco Clemente, Enzo Cucchi en Sandro Chia. Ze gebruikten mythologische en symbolische elementen in hun werk, met een terugkeer naar klassieke onderwerpen in een moderne context.
Amerikaans neo-expressionisme: In de Verenigde Staten was de stroming vooral prominent in New York, met kunstenaars als Jean-Michel Basquiat, Julian Schnabel en David Salle. Hun werk was vaak een reactie op stedelijke omgevingen, populaire cultuur en sociale ongelijkheid.
Kenmerken van het Neo-expressionisme
Figuratie
Hoewel de werken expressief en soms abstract zijn, bevatten ze vaak herkenbare figuren, zoals mensen, dieren of objecten.
Emotionele intensiteit
Kunstenaars gebruikten krachtige, vaak overweldigende kleuren en dikke lagen verf om emoties en gevoel uit te drukken.
Adieu door Georg Baselitz uit 1982
Ruige en spontane technieken
Penseelstreken waren vaak ruw en ongepolijst, waardoor het proces van het maken van het schilderij zichtbaar werd.
Historische en mythische referenties
Veel kunstenaars putten inspiratie uit mythen, geschiedenis en persoonlijke ervaringen, wat hun werk een diepere betekenislaag gaf.
Terugkeer naar schilderkunst
Na een periode waarin conceptuele kunst en minimalisme dominant waren, bracht neo-expressionisme schilderkunst terug als het belangrijkste medium voor expressie.
Neo-expressionisme kort uitgelegd
Belangrijke kunstenaars en hun werk
Georg Baselitz:
Georg Baselitz is een van de grondleggers van het neo-expressionisme in Duitsland. Zijn werk, zoals Die große Nacht im Eimer (1962-63), staat bekend om het gebruik van omgekeerde figuren en sterke expressie van vervreemding en wanhoop.
Anselm Kiefer:
De werken van Anselm Kiefer zoals Margarethe (1981) verkennen de Duitse geschiedenis, vooral de erfenis van de Holocaust, met donkere kleuren en zware texturen die de littekens van de geschiedenis symboliseren.
Jean-Michel Basquiat:
Jean-Michel Basquiat is een Amerikaanse kunstenaar die zijn carrière begon als graffitikunstenaar en zich vervolgens ontwikkelde tot een van de belangrijkste figuren van het neo-expressionisme. Werken zoals Untitled (Skull) (1981) combineren elementen van straatcultuur, geschiedenis en rauwe expressie.
Julian Schnabel:
Julian Schnabel staat bekend om zijn grote, bombastische schilderijen en het gebruik van ongebruikelijke materialen zoals gebroken keramiek. Een bekend werk is The Walk Home (1984), dat zijn gebruik van gemengde media en expressieve penseelstreken laat zien.
Francesco Clemente:
Francesco Clemente is een belangrijke figuur in de Italiaanse "Transavanguardia". Zijn werk, zoals The Fourteen Stations (1981), heeft een sterk spiritueel en symbolisch karakter, waarin persoonlijke en culturele mythen worden onderzocht.