Rococo
Periode: ca. 1700 - 1780
Rococo-architectuur ontstond in de vroege 18e eeuw als een verfijnde en speelse voortzetting van de barokstijl. Waar de barok draaide om dramatiek en monumentale grandeur, richtte de rococo zich juist op luchtigheid, asymmetrie en sierlijke decoratie. De stijl bloeide vooral tussen 1720 en 1780 en werd populair in Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en delen van Italië. In tegenstelling tot de strakke symmetrie en monumentaliteit van de late barok, was rococo lichter, speelser en intiemer, met een sterke nadruk op sierlijke details en verfijnde ornamenten.
Rococo kwam oorspronkelijk voort uit de Franse interieurkunst en verspreidde zich later naar de architectuur. Het werd vooral gebruikt in paleizen, stadspaleizen (hôtels particuliers), salons en kerken, waarbij elegantie en decoratieve verfijning centraal stonden. De stijl richtte zich niet alleen op de architectuur zelf, maar ook op de totale esthetische ervaring, waarbij plafonds, muren en meubels vaak werden voorzien van uitbundige ornamenten en verfijnde beschilderingen.
De regionale stijlen
Hoewel de Renaissance bouwkunst overal in Europa werd geïnspireerd door de klassieke oudheid, ontwikkelde elke regio een unieke interpretatie van de stijl. In Italië lag de nadruk op perfectie en wiskundige harmonie, terwijl in Frankrijk en Spanje rijkelijk versierde varianten ontstonden. In de Lage Landen en Engeland werden traditionele bouwvormen gecombineerd met nieuwe Renaissance-ideeën.
Ook de periodes waarin deze stijl hoogtij vierde verschillen licht per regio.
Frankrijk
In Frankrijk, waar de stijl zijn oorsprong vond, werd rococo voornamelijk gebruikt in interieurs van stadspaleizen en aristocratische residenties. Franse rococo werd gekenmerkt door een subtiele elegantie, met lichte pastelkleuren, vergulde ornamenten en fijne asymmetrische motieven. De nadruk lag vooral op intieme en verfijnde salonruimtes, waarin wandpanelen (boiseries) met speelse stucdecoraties en lichte, luchtige plafonds een belangrijke rol speelden. Paleizen zoals het Petit Trianon in Versailles en de salons van Parijse hôtels particuliers zijn typische voorbeelden van deze verfijnde stijl. Bekende architecten en decorateurs zoals Germain Boffrand en François de Cuvilliés speelden een grote rol in de verspreiding van de stijl.
Duitsland en Oostenrijk
In Duitsland en Oostenrijk werd rococo niet alleen in paleizen toegepast, maar ook op grote schaal in kerkelijke architectuur. De Zuid-Duitse rococo onderscheidde zich door een bijna barokke overdaad aan decoraties, met overvloedige fresco’s, vergulde stucwerken en lichte, open structuren die een hemelse sfeer opriepen. Kerken en kloosters kregen interieurs waarin witte en pastelkleurige oppervlakken, gecombineerd met verguldsel en uitbundige plafondschilderingen, een overweldigend visueel effect creëerden. De Wieskirche in Beieren en de Abbaye van Melk in Oostenrijk zijn prachtige voorbeelden van deze stijl, ontworpen door architecten als Balthasar Neumann en Dominikus Zimmermann.
Italië
In Italië bleef de invloed van de barok sterker aanwezig, waardoor rococo minder extreem werd doorgevoerd dan in Frankrijk en Duitsland. Italiaanse rococo-architectuur kenmerkte zich door een zachtere overgang tussen barok en rococo, waarbij de dynamische vormen en grootsheid van de barok behouden bleven, maar met een verfijndere en lichtere afwerking. Steden zoals Venetië ontwikkelden een eigen variant van de stijl, waarbij architecten als Filippo Juvarra speelden met lichtinval, sierlijke details en luxueuze interieurs, zoals te zien in het Palazzo Reale in Turijn.
Engeland
In Engeland werd rococo voornamelijk toegepast in interieurdecoratie en meubilair, eerder dan in de architectuur zelf. De Engelse variant, ook wel bekend als Chippendale-rococo, richtte zich vooral op decoratieve elementen zoals houtsnijwerk en fijne patronen in behang en meubels. In architectuur bleef Engeland meer trouw aan de klassieke traditie van het palladianisme, waardoor rococo slechts sporadisch werd gebruikt in landhuizen en interieurs van herenhuizen, zoals in Strawberry Hill House.
Spanje en Portugal
In Spanje en Portugal werd rococo beïnvloed door de extravagantie van de late barok en nam het een zeer expressieve vorm aan, vooral in religieuze architectuur. In Spaanse en Portugese koloniën in Latijns-Amerika kreeg de stijl een bijzonder decoratieve en gedetailleerde uitwerking, met gevels en interieurs vol gesneden hout, verguldsel en levendige kleuren, zoals te zien is in de kerk van São Francisco in Salvador, Brazilië.
Rusland
In Rusland ontwikkelde rococo zich in de 18e eeuw, voornamelijk onder het bewind van keizerin Elisabeth (dochter van Peter de Grote). De stijl werd sterk beïnvloed door de Franse en Midden-Europese rococo, maar kreeg een eigen, uitbundigere en rijkere interpretatie.
De architect Bartolomeo Rastrelli was de sleutelfiguur van de Russische rococo. Hij ontwierp paleizen en kerken met lichtblauwe en pastelkleurige façades, vergulde ornamenten, golvende lijnen en sierlijke details. In tegenstelling tot de lichtere Franse rococo behield de Russische variant de monumentaliteit van de barok, wat resulteerde in grootschalige, extravagante paleizen.
Het interieur werd gekenmerkt door spiegels, rijk verguld houtsnijwerk, asymmetrische decoraties en luxueuze materialen zoals barnsteen en marmer. De beroemdste voorbeelden zijn het Catharinapaleis in Tsarskoje Selo en delen van het Winterpaleis in Sint-Petersburg.
Hoewel rococo in Rusland relatief kort duurde, werd het een van de meest weelderige en iconische stijlen van de Russische keizerlijke architectuur. Rond 1770-1780 werd het geleidelijk vervangen door het neoclassicisme, onder invloed van Catharina de Grote.
Voorbeeld van de Russische stijl: Catharine Paleis in Poesjkin
Kenmerken Rococo
Sierlijk en elegant - Rococo wordt gekenmerkt door een sierlijke en elegante stijl, met veel aandacht voor decoratieve elementen.
Lichtheid en speelsheid - In tegenstelling tot de barok, die vaak donkere kleuren en dramatische contrasten gebruikte, straalt rococo juist lichtheid en speelsheid uit.
De interieurs zijn vaak voorzien van:
- lichte pastelkleuren
- verguld houtsnijwerk
- delicate asymmetrische vormen
- sierlijke krullende motieven
Decoratieve elementen - Veelgebruikte decoratieve elementen die een speelse en dynamische uitstraling geven zijn:
- schelpmotieven (rocaille),
- bloemenpatronen,
- ranken
- C- en S-vormige krullen
Ruimtelijkheid en luchtigheid - De architectuur zelf bleef vaak bescheiden van opzet, maar de interieurs waren buitengewoon rijk gedecoreerd. De plafonds en muren liepen vaak in elkaar over door middel van sierlijke stucwerken en fresco’s, waardoor een gevoel van oneindige ruimtelijkheid en luchtigheid werd gecreëerd. Spiegels en grote ramen werden veel gebruikt om het licht optimaal te reflecteren, waardoor een nog lichtere en verfijndere sfeer ontstond.
Speelse en grillige vormen - Opvallend in rococo-architectuur is ook het verlies van strenge symmetrie. Gebouwen en interieurs kregen speelse, grillige vormen, waarbij decoratieve elementen op een vrije en organische manier werden toegepast.
Vooral toegepast in privévertrekken - In paleizen en stadspaleizen werd de rococostijl vaak toegepast in privévertrekken en salons, terwijl de officiële zalen en gevels nog een meer barok karakter konden behouden.
Belangrijke architecten uit deze periode
François de Cuvilliés (1695-1768) – Duitsland (Beieren)
François de Cuvilliés was een van de meest invloedrijke rococo-architecten in Duitsland, vooral in Beieren. Hij ontwierp enkele van de meest uitbundige en elegante rococo-interieurs in Europa.
- Belangrijke werken:
- Amalienburg (München) – Een jachtpaviljoen met prachtige rococo-interieurs.
- Cuvilliés-Theater (München) – Een schitterend rococo-theater vol vergulde decoraties.
- Residenz München (Rokoko-interieurs) – Koningszalen in de Beierse residentie.
Bartolomeo Rastrelli (1700-1771) – Rusland
Rastrelli was de leidende architect van de Russische rococo, met een stijl die de elegantie van rococo combineerde met de grandeur van de barok.
- Belangrijke werken:
- Catharinapaleis (Tsarskoje Selo) – Een van de meest iconische rococo-paleizen.
- Winterpaleis (Sint-Petersburg) – Het huidige Hermitage Museum, een prachtig voorbeeld van Russische rococo.
- Smolny-klooster (Sint-Petersburg) – Een mix van rococo en barok.
Johann Balthasar Neumann (1687-1753) – Duitsland
Neumann was een meester in de Duitse rococo en creëerde kerken en paleizen met lichte, luchtige interieurs en illusionistische plafondfresco’s.
- Belangrijke werken:
- Würzburg Residentie (Duitsland) – Inclusief de beroemde trapzaal met fresco’s van Tiepolo.
- Vierzehnheiligen Basiliek (Beieren) – Een kerk met sierlijke rococo-interieurs.
- Neresheim Abdij – Met uitbundige decoraties en fresco’s.
Johann Lukas von Hildebrandt (1668-1745) – Oostenrijk
Von Hildebrandt was een invloedrijke rococo-architect in Wenen, bekend om zijn elegante paleizen en kerken.
- Belangrijke werken:
- Belvedère Paleis (Wenen) – Een van de mooiste rococo-paleizen in Oostenrijk.
- Schloss Hof – Een sierlijk paleis met prachtige decoraties.
- Peterskirche (Wenen) – Een kerk met rijke rococo-interieurs.
Dominikus Zimmermann (1685-1766) – Duitsland
Zimmermann was een belangrijke rococo-architect in Zuid-Duitsland, gespecialiseerd in kerken met lichte, luchtige decoraties.
- Belangrijke werken:
- Wieskirche (Beieren) – Een van de mooiste rococo-kerken ter wereld, met een hemels interieur.
- Steinhausen Pilgrimskerk – Een ander indrukwekkend rococo-meesterwerk.
Nicolas Pineau (1684-1754) – Frankrijk
Pineau was een invloedrijke Franse rococo-architect en interieurontwerper, bekend om zijn verfijnde en speelse decoraties.
- Belangrijke werken:
- Interieurs van Franse hôtels particuliers (stadspaleizen).
- Rococo-decoratie in verschillende Parijse salons.
Pierre Contant d'Ivry (1698-1777) – Frankrijk
D'Ivry was een Franse rococo-architect die betrokken was bij de decoratie van aristocratische interieurs.
- Belangrijke werken:
- Hôtel d'Évreux (nu Élysée-paleis, Parijs).
- Verschillende rococo-interieurs in Franse paleizen.
Luigi Vanvitelli (1700-1773) – Italië
Vanvitelli combineerde rococo en neoclassicisme, wat vooral te zien is in zijn grootschalige ontwerpen.
- Belangrijke werken:
- Paleis van Caserta (Italië) – Een paleis met rococo-interieurs en neoclassicistische elementen.