Église de la Madeleine in Parijs - Frankrijk

Neoclassisme

Periode: ca. 1750 - 1850

Het neoclassicisme ontstond in de midden 18e eeuw en bleef dominant tot de vroege 19e eeuw. De stijl werd geïnspireerd door de klassieke oudheid, vooral de architectuur van het oude Griekenland en Rome. 
Neoclassicisme was een terugkeer naar eenvoud en symmetrie, gebaseerd op de klassieke architectuur van de oudheid. Het ontwikkelde zich als een reactie op de overdadige barok en rococo, met een focus op harmonie, balans en monumentale grandeur. Hoewel de stijl in de loop van de 19e eeuw geleidelijk werd vervangen door eclectische en romantische stijlen, blijft neoclassicisme tot op de dag van vandaag een invloedrijke bouwstijl, vooral zichtbaar in overheidsgebouwen en monumentale structuren wereldwijd.
Neoclassicistische architectuur bloeide in Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland, Rusland en de Verenigde Staten en werd veel gebruikt voor openbare gebouwen, paleizen en monumenten.

De regionale stijlen

Neoclassicisme nam in verschillende landen unieke vormen aan, afhankelijk van lokale tradities en politieke context.

 

Frankrijk

In Frankrijk was neoclassicisme nauw verbonden met de Verlichting en later met de Napoleontische periode. Franse neoclassicistische gebouwen, zoals het Panthéon en het Palais Bourbon, waren vaak monumentaal en statig, met strakke lijnen en indrukwekkende zuilen.

Engeland

In Groot-Brittannië werd de stijl gepopulariseerd door Robert Adam, die een verfijnde versie van het neoclassicisme ontwierp, vaak toegepast in elegante landhuizen zoals Kedleston Hall. In stedelijke architectuur werd neoclassicisme vaak gebruikt voor banken en overheidsgebouwen.

 

Pantheon in Parijs

Kedleston hall in Derbyshire - Engeland

Duitsland 

In Duitsland kreeg neoclassicisme een strenge, rationele uitstraling, geïnspireerd door de idealen van de Griekse democratie. Architecten zoals Karl Friedrich Schinkel ontwierpen imposante gebouwen zoals de Brandenburgse Poort en het Altes Museum, met een bijna archeologische precisie.

Rusland

In Rusland werd neoclassicisme tijdens de 18e en vroege 19e eeuw de dominante stijl, vooral onder Catharina de Grote en later de tsaren van de 19e eeuw. Gebouwen zoals het Hermitage-theater en het Aleksandrinski-theater in Sint-Petersburg tonen een monumentale en weelderige interpretatie van neoclassicisme.

Hermitagetheater in  St Petersburg - Rusland - foto door A.Savin

Brandenburger Tor in Berlijn - Duitsland

Verenigde Staten

In de Verenigde Staten werd neoclassicisme het symbool van democratie en republikeinse idealen, wat leidde tot het ontwerp van regeringsgebouwen zoals het Witte Huis en het Capitool in Washington D.C. De stijl werd sterk gepromoot door Thomas Jefferson, die zich liet inspireren door de klassieke architectuur van Rome en Griekenland.

 

Het Capitool in Washington D.C. in Amerika

Kenmerken Rococo

Neoclassicistische architectuur staat bekend om haar harmonie, eenvoud en symmetrie, met een sterke verwijzing naar de klassieke architectuur van de oudheid. Belangrijke kenmerken zijn:

  • Strikte symmetrie en geometrische vormen – gebouwen zijn vaak rechthoekig en evenwichtig ontworpen.
  • Klassieke zuilenordes – gebruik van Dorische, Ionische en Korinthische zuilen als structureel en decoratief element.
  • Frontons en timpaanvormige gevels – geïnspireerd door de tempels uit de oudheid.
  • Eenvoudige en strakke gevels – minder decoratie dan in de barok, met nadruk op helderheid en monumentaliteit.
  • Monumentale schaal – veel neoclassicistische gebouwen zijn groot en imposant, vooral openbare gebouwen zoals parlementen, musea en academies.
  • Gebruik van wit of lichtgekleurde steen – imiteert het marmer van Griekse en Romeinse tempels.
  • Horizontale oriëntatie – in tegenstelling tot de verticale nadruk van de gotiek en barok.

 

Materialen

Neoclassicistische gebouwen werden vaak gebouwd met natuursteen, marmer en pleisterwerk. In sommige gevallen werd baksteen bedekt met stucwerk om de uitstraling van marmer na te bootsen. Het interieur bevatte veel pilaren, fresco’s en geometrische patronen, maar zonder de overdadige decoraties van de barok.

 

Belangrijke architecten uit deze periode


Jacques-Germain Soufflot (1713-1780) – Frankrijk
Bekend om het Panthéon in Parijs, een schoolvoorbeeld van Franse neoclassicistische architectuur.


Robert Adam (1728-1792) – Groot-Brittannië
Een invloedrijke Schotse architect die neoclassicisme populariseerde in Engeland met werken zoals Kedleston Hall.


John Soane (1753-1837) – Groot-Brittannië
Ontwierp het Bank of England-gebouw, met een innovatief en verfijnd neoclassicistisch ontwerp.


Karl Friedrich Schinkel (1781-1841) – Duitsland
Bekend van de Altes Museum in Berlijn, dat sterk is geïnspireerd op Griekse tempels.


Thomas Jefferson (1743-1826) – Verenigde Staten
Een van de eerste Amerikaanse neoclassicistische architecten, verantwoordelijk voor Monticello en delen van het Capitool.


Giovanni Battista Piranesi (1720-1778) – Italië
Beïnvloedde de neoclassicistische architectuur met zijn gedetailleerde etsen van oude Romeinse ruïnes.