Barbican Estate (Londen, 1965–1976) – Chamberlin, Powell and Bon

Brutalisme

Periode: ca. 1950-1970

Brutalisme (afgeleid van het Franse béton brut, oftewel ruw beton) is een architectuurstroming die opkwam in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog, en vooral floreerde tussen de jaren 1950 en 1970. Deze stijl stond bekend om haar radicale eerlijkheid in vormgeving, materiaalgebruik en constructieve opbouw. Brutalistische gebouwen waren vaak grootschalig, massief en hoekig van karakter, met een ruwe, onafgewerkte uitstraling. Het zichtbare gebruik van beton – vaak in zijn puurste vorm – onderstreepte de functionele, monumentale en soms zelfs meedogenloze esthetiek.

De stijl vond met name toepassing in overheidsgebouwen, universiteitscampussen en sociale woningbouwprojecten. Dit kwam deels door de robuuste, duurzame aard van het materiaal, maar ook door de kostenefficiëntie en de architectonische expressiviteit die beton bood. Hoewel het Brutalisme in latere decennia regelmatig bekritiseerd werd vanwege zijn vermeende kilheid of sombere uitstraling, heeft de stroming de laatste jaren een herwaardering doorgemaakt, waarbij architecten en liefhebbers juist de kracht, integriteit en sculpturale kwaliteit van deze bouwstijl opnieuw erkennen.

Voorbeelden

Habitat 67 (Montréal, 1967) – Moshe Safdie

Boston City Hall (1968) – Kallmann, McKinnell & Knowles

Trellick Tower (Londen, 1972) – Ernő Goldfinger

Kenmerken Brutalisme

  • Ruw beton – onafgewerkte betonoppervlakken blijven zichtbaar.
  • Monumentale vormen – zware volumes, sculpturaal en dramatisch.
  • Functionele expressie – de structuur en functies van het gebouw zijn zichtbaar.
  • Herhaling van modules – blokken, units en ritmes in gevels.
  • Afwezigheid van ornamenten – pure vormen zonder opsmuk.

Materialen

  • Beton – onafgewerkt, gegoten ter plaatse (béton brut).
  • Baksteen – soms gecombineerd met beton voor accent of contrast.
  • Glas – als tegenwicht voor de massa.
  • Staal – in structurele toepassingen.

 

Belangrijke architecten uit deze periode

 

  • Paul Rudolph (1918–1997)
    Amerikaanse architect bekend om zijn complexe, ruimtelijke brutalistische ontwerpen, zoals het Yale Art and Architecture Building.

  • Alison en Peter Smithson
    Britse architecten die het Brutalisme hielpen definiëren, met onder andere het Robin Hood Gardens-huisvestingsproject (nu gesloopt).

  • Marcel Breuer (1902–1981)
    Van oorsprong Bauhaus-ontwerper, later een belangrijk figuur in het Amerikaanse Brutalisme, met gebouwen als het Whitney Museum in New York.

  • Ernő Goldfinger (1902–1987)
    Geboren in Hongarije, actief in het Verenigd Koninkrijk. Zijn krachtige, betonnen woontorens (zoals Trellick Tower) zijn inmiddels iconisch.