Neogotiek
Periode: ca. 1850 - 1900
De neogotiek, ook wel gotische revival genoemd, ontstond aan het einde van de 18e eeuw en beleefde haar hoogtepunt in de 19e eeuw. De stijl was een romantische herwaardering van de middeleeuwse gotiek en keerde zich af van de klassieke en rationele vormen van het neoclassicisme. Neogotische architectuur werd vooral toegepast op kerken, universiteiten, kastelen en overheidsgebouwen, met kenmerkende elementen zoals spitsbogen, luchtbogen, pinakels en verticale lijnen. Vooral in Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en de Verenigde Staten kende de stijl grote populariteit. Hoewel de neogotiek later plaatsmaakte voor modernere stromingen, blijft zij zichtbaar in tal van markante gebouwen en wordt ze tot op heden gewaardeerd om haar symboliek, verticaliteit en historische verwijzingen.
De regionale stijlen
Neogotiek werd in verschillende landen aangepast aan nationale stijlen en bouwtradities.
Groot Britannië
In Groot-Brittannië werd neogotiek nauw verbonden met de Victoriaanse periode. Architecten zoals Pugin en Gilbert Scott gaven publieke gebouwen, kerken en universiteiten een middeleeuwse uitstraling. Het Palace of Westminster is het meest iconische voorbeeld van Britse neogotiek.
Palace of Westminster in London - Engeland
Frankrijk
In Frankrijk werd neogotiek populair dankzij de restauraties van Eugène Viollet-le-Duc, die oude gotische kathedralen zoals Notre-Dame de Paris herstelde en soms zelfs ‘verbeterde’ volgens zijn eigen visie.
Duitsland en Oostenrijk
In Duitsland en Oostenrijk werd neogotiek vaak groots en monumentaal uitgevoerd, zoals de Votivkirche in Wenen en de Sint-Nicolaaskerk in Hamburg. Vooral kerken en universiteiten werden gebouwd in deze stijl.
Église Sainte-Clotilde in Parijs - Frankrijk - fotocredits: Mbzt
Votivkirche in Wenen - fotocredits C.Stadler/Bwag
Spanje
In Spanje kreeg de neogotiek een unieke invulling door architecten zoals Antonio Gaudí, die gotische vormen combineerden met organische, modernistische structuren, zoals in de Sagrada Família.
Verenigde Staten en Canada
In de Verenigde Staten en Canada werd neogotiek vaak toegepast op kerken, universiteiten en overheidsgebouwen. St. Patrick’s Cathedral in New York en de Notre-Dame Basilica in Montreal zijn prachtige voorbeelden.
Kenmerken Neogotiek
De neogotiek borduurde voort op de middeleeuwse gotiek, maar introduceerde soms nieuwe technieken en materialen. Enkele belangrijke kenmerken zijn:
- Spitsbogen – heropleving van de klassieke gotische spitsboog, toegepast op ramen, deuren en gewelven.
- Luchtbogen en steunberen – imitatie van de middeleeuwse techniek om hoge muren te ondersteunen.
- Verticaliteit en slanke torens – neogotische gebouwen hebben een sterke verticale uitstraling, met torens en pinakels die de lucht in reiken.
- Rijke ornamentiek – versierde gevels met beeldhouwwerken, pinakels en gedetailleerd maaswerk in ramen en balustrades.
- Grote glas-in-loodramen – vaak voorzien van religieuze scènes of decoratieve patronen, zoals roosvensters.
- Ribgewelven – ingewikkelde gewelfstructuren, vaak verfijnder dan in de oorspronkelijke gotiek.
- Gebruik van baksteen en natuursteen – vaak in combinatie met ijzeren of gietijzeren constructies om grotere structuren te ondersteunen.
Materialen
Neogotische architectuur maakte gebruik van natuursteen, baksteen en gietijzer, afhankelijk van de regio en de bouwtechnieken van de tijd. Sommige neogotische gebouwen combineerden traditionele materialen met nieuwe industriële technieken, zoals gietijzeren constructies in plaats van massieve stenen steunberen.
Belangrijke architecten uit deze periode
François de Cuvilliés (1695-1768) – Duitsland (Beieren)
François de Cuvilliés was een van de meest invloedrijke rococo-architecten in Duitsland, vooral in Beieren. Hij ontwierp enkele van de meest uitbundige en elegante rococo-interieurs in Europa.
Augustus Welby Northmore Pugin (1812-1852) – Groot-Brittannië
De belangrijkste neogotische architect, die geloofde dat gotische architectuur moreel superieur was.
Belangrijke werken: Palace of Westminster (interieur en details), St. Giles' Catholic Church (Staffordshire).
Eugène Viollet-le-Duc (1814-1879) – Frankrijk
Bekend om zijn restauraties van gotische gebouwen, zoals de Notre-Dame in Parijs.
Belangrijke werken: Restauraties van de Notre-Dame van Parijs, Mont Saint-Michel en de Basilique Sainte-Marie-Madeleine in Vézelay.
Sir George Gilbert Scott (1811-1878) – Groot-Brittannië
Een toonaangevende neogotische architect, bekend van publieke en kerkelijke gebouwen.
Belangrijke werken: Sint-Pancras Station, Albert Memorial, Foreign Office (Londen).
James Renwick Jr. (1818-1895) – Verenigde Staten
Een invloedrijke neogotische architect in Amerika.
Belangrijke werken: St. Patrick’s Cathedral (New York), Smithsonian Institution Building (Washington D.C.).
Gottfried Semper (1803-1879) – Duitsland
Combinatie van neogotiek en neorenaissance in monumentale gebouwen.
Belangrijke werken: Dresden Semperoper, eerste plannen voor de Votivkirche in Wenen.
Josep Vilaseca i Casanovas (1848-1910) – Spanje
Een van de Spaanse architecten die neogotiek combineerde met Catalaanse modernisme.
Belangrijke werken: Arc de Triomf (Barcelona).