Jean-Antoine Watteau

Jean-Antoine Watteau
1684 - 1721

 

Jean-Antoine Watteau werd geboren op 10 oktober 1684 in Valenciennes, een stad die kort daarvoor door Frankrijk was geannexeerd na de Vrede van Nijmegen. Zijn vader, Jean-Philippe Watteau, was een eenvoudige dakdekker en timmerman, en zijn moeder, Michelle Lardenois, kwam uit een arbeidersgezin. Hoewel hij werd geboren in een bescheiden milieu, ontwikkelde Watteau op jonge leeftijd een sterke belangstelling voor tekenen en schilderen.

Als kind toonde Watteau al een uitzonderlijk talent voor kunst. Hij werkte aanvankelijk als leerling bij lokale schilders in Valenciennes, waar hij de basisprincipes van het vak leerde. Rond 1702 verhuisde hij naar Parijs, waar hij aanvankelijk moeite had om de juiste richting in zijn carrière te vinden. Hij vond werk bij verschillende schildersateliers en werkte zelfs als assistent van een decoratieschilder. In deze periode verdiende hij nauwelijks genoeg om van te leven en leefde hij in armoede.

Invloeden en Artistieke Ontwikkeling

In Parijs kwam Watteau in aanraking met de werken van de Vlaamse meesters, waaronder Rubens, die een grote invloed op hem zouden hebben. Hij raakte ook geïnteresseerd in het theater, wat later een terugkerend thema in zijn werk zou worden. Rond 1703 vond hij werk in het atelier van Claude Gillot, een schilder die bekendstond om zijn scènes uit de commedia dell'arte, het Italiaanse improvisatietheater. Gillot introduceerde Watteau in de wereld van het theater en het rococo-esthetiek, die hem zou blijven fascineren.

Nadat hij bij Gillot had gewerkt, kwam Watteau in aanraking met het atelier van Claude Audran III, de conservator van het paleis van het Luxemburg in Parijs. Hier werd hij verder blootgesteld aan de klassieke Franse kunst, zoals de werken van Charles Le Brun. Deze periode van intensieve artistieke blootstelling zorgde ervoor dat Watteau zijn eigen stijl begon te ontwikkelen, waarin hij elementen van theatrale scènes en elegante hofcultuur combineerde met zijn eigen poëtische gevoeligheid.

De Ontwikkeling van de Fête Galante

Een keerpunt in Watteau’s carrière was zijn ontdekking van het genre dat later bekend zou worden als fête galante. Deze stijl, die hij in feite creëerde, stelde dromerige, elegante taferelen van aristocraten voor, vaak te midden van weelderige tuinen en parken. De personages in deze schilderijen lijken te zweven tussen een wereld van verfijning, verlangen en melancholie. Zijn schilderijen tonen een subtiele emotionele onderlaag en reflecteren vaak op het vluchtige en ongrijpbare karakter van het geluk.

Watteau's meest beroemde werk in dit genre is "De Hovenier van Cythera" (1717), waarin paren in liefdevolle poses staan afgebeeld op het mythische eiland Cythera, een plek die in de mythologie wordt geassocieerd met de geboorte van de godin van de liefde, Venus. Dit schilderij, dat als een meesterwerk van de fête galante wordt beschouwd, zorgde voor zijn officiële toelating tot de Académie Royale de Peinture et de Sculpture in 1717, een prestatie die zijn artistieke status versterkte.

De fête galante, met zijn focus op galante, liefdevolle scènes, was vernieuwend in de Franse kunst van die tijd. Hoewel de thematiek aanvankelijk nieuw was, wist Watteau deze stijl snel populair te maken, en het zou zijn hele carrière blijven domineren.

Esthetische Stijl en Techniek

Watteau's schilderstijl wordt vaak in verband gebracht met de rococo-beweging, die bekendstaat om zijn lichtheid, decoratieve kwaliteiten, en focus op speelse, elegante thema's. Watteau's palet was licht en delicaat, met zachte kleuren die een etherische sfeer opriepen. Zijn penseelvoering was los en levendig, en hij had een ongeëvenaard vermogen om een gevoel van beweging en gratie over te brengen. Zijn werken hebben een vloeiende, bijna muzikale kwaliteit, waarin de emoties van de afgebeelde figuren op subtiele wijze worden overgebracht.

Een ander kenmerk van Watteau's schilderijen was zijn aandacht voor stof en textuur. De zijden jurken en mantels van zijn figuren, evenals de dromerige omgevingen waarin ze zich bevonden, gaven zijn werken een tastbare, sensuele kwaliteit. Daarnaast wist hij licht en schaduw op een meesterlijke manier te manipuleren om zijn scènes een zachte glans en een melancholische ondertoon te geven.

Watteau’s voorliefde voor het theatrale kwam ook naar voren in zijn schilderijen van commedia dell'arte-figuren. In werken zoals "Gilles" (ook bekend als "Pierrot", 1718–1719) beeldt hij de komische en tragische maskers van het theater uit. Zijn figuren lijken vaak verloren in hun eigen wereld, gevangen tussen de werkelijkheid en de droomachtige sfeer die Watteau zo meesterlijk wist vast te leggen.

Succes en Gezondheidsproblemen

Ondanks zijn artistieke succes, leed Watteau aan gezondheidsproblemen gedurende een groot deel van zijn leven. Hij had een zwakke gezondheid, en in de vroege jaren 1720 werd bij hem tuberculose vastgesteld. Deze ziekte zou zijn laatste jaren domineren. Watteau was een teruggetrokken persoon en leidde geen weelderig of uitbundig leven zoals veel van zijn tijdgenoten. Hij koos ervoor om in relatieve stilte te werken, vaak afgezonderd van het openbare leven.

In de laatste jaren van zijn leven werkte Watteau samen met Jean de Jullienne, een belangrijke kunstverzamelaar en mecenas, die Watteau hielp om zijn werken te promoten. Ondanks zijn fysieke achteruitgang bleef Watteau productief, en hij voltooide verschillende meesterwerken, waaronder zijn serie schilderijen van winkels en markten, zoals "L'Enseigne de Gersaint" (1720), een werk dat wordt beschouwd als een overgang van de rococo-stijl naar de meer klassieke vormen die in de latere 18e eeuw zouden opkomen.

Overlijden en Nalatenschap

Jean-Antoine Watteau stierf op 18 juli 1721 op 36-jarige leeftijd aan tuberculose in het huis van een vriend in Nogent-sur-Marne, net buiten Parijs. Hij liet geen directe leerlingen achter, maar zijn invloed op de Franse kunstwereld en daarbuiten was enorm. Zijn stijl inspireerde latere kunstenaars zoals François Boucher, Jean-Honoré Fragonard en zelfs moderne kunstenaars, vanwege zijn vermogen om verfijnde emoties en menselijke kwetsbaarheid op zo'n poëtische manier weer te geven.

Watteau wordt gezien als een van de belangrijkste figuren in de overgang van de barok naar de rococo in Frankrijk. Hij introduceerde nieuwe, gevoeligere vormen van artistieke expressie en veranderde de manier waarop kunst thema's van liefde, plezier en melancholie weergaf. Zijn schilderijen zijn nog steeds geliefd vanwege hun verfijnde technische uitvoering, hun emotionele diepgang en hun vermogen om tijdloze, menselijke gevoelens vast te leggen.

Jean-Antoine Watteau's werk was fundamenteel in het vestigen van de rococo als een dominante stijl in het 18e-eeuwse Frankrijk. Zijn schilderijen weerspiegelen een verfijnde gevoeligheid, een melancholische ondertoon en een bewondering voor de vluchtige schoonheid van het leven. Ondanks zijn korte leven had hij een enorme impact op zowel zijn tijdgenoten als op latere generaties kunstenaars.

Zijn focus op het menselijke hart, op liefde en verlangen, en zijn unieke vermogen om deze onderwerpen vast te leggen in een luchtige, bijna droomachtige sfeer, maken hem tot een van de grootste meesters van de Franse schilderkunst.

Interessante feitjes

Hij was een perfectionist, maar niet altijd tevreden over zijn werk

Watteau was berucht om zijn perfectionisme. Hij was zelden volledig tevreden met zijn schilderijen en stond erom bekend dat hij regelmatig aan werken bleef schaven, zelfs nadat ze waren voltooid. Hij had vaak de neiging om zijn werk te verbeteren of te veranderen, wat voor zijn opdrachtgevers soms frustrerend was


Watteau was dol op muziek en theater

De liefde voor muziek en theater was een centrale inspiratiebron voor Watteau's schilderkunst. Hij schilderde vaak scènes van de commedia dell'arte, een populaire vorm van Italiaans theater met komische, maskeradeachtige figuren. Daarnaast wordt gezegd dat hij graag naar muziek luisterde en zich soms liet inspireren door muzikanten tijdens het werken. Veel van zijn schilderijen bevatten instrumenten en muzikale elementen, zoals luiten en viooltjes.


Hij schilderde nooit portretten op bestelling

Hoewel veel van zijn tijdgenoten zoals Nicolas de Largillière en Hyacinthe Rigaud faam verwierven door portretten van aristocraten en rijke burgers te schilderen, verkoos Watteau een andere weg. Hij schilderde zelden portretten in opdracht. In plaats daarvan creëerde hij geïdealiseerde taferelen waarin hij mensen afbeeldde in een dromerige, idyllische sfeer. Wanneer hij figuren schilderde, waren het vaak mensen uit zijn verbeelding of acteurs uit het theater, in plaats van realistische weergaven van opdrachtgevers.


Hij schilderde het beroemde werk "L'Enseigne de Gersaint" als een winkelbord
Een van Watteau’s laatste en beroemdste werken, "L'Enseigne de Gersaint", werd oorspronkelijk geschilderd als een winkelbord voor de kunsthandelaar Edmé-François Gersaint in Parijs. Het was bedoeld als een eenvoudig uithangbord, maar het werk werd al snel als te kostbaar en te verfijnd beschouwd om buiten te hangen. Het schilderij toont klanten die schilderijen bekijken in een galerie en wordt nu gezien als een van zijn meesterwerken.


Hij maakte veel schetsen en werkte niet altijd meteen op doek

Watteau was een meester in het maken van snelle, levendige schetsen. Hij stond erom bekend zijn ideeën eerst op papier uit te werken voordat hij ze naar het doek bracht. Zijn tekeningen zijn vaak net zo geliefd als zijn schilderijen en laten zijn buitengewone vermogen zien om licht en beweging vast te leggen. Zijn collectie van krijtschetsen is een belangrijke bron van studie voor kunsthistorici en wordt beschouwd als een hoogtepunt van de Franse tekenkunst.


Hij schilderde bijna uitsluitend in kleinere formaten

In tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten, die monumentale werken schilderden voor koninklijke paleizen en kerken, schilderde Watteau meestal in kleinere, intieme formaten. Deze keuze gaf zijn werk een persoonlijke en poëtische kwaliteit, die goed paste bij de sfeer van zijn schilderijen. Het intieme karakter van zijn werken zorgde er ook voor dat ze populair waren bij kunstverzamelaars van zijn tijd.


Hij hield zich afzijdig van het hofleven van Lodewijk XIV en Lodewijk XV

Hoewel hij in Parijs werkte tijdens het bewind van zowel Lodewijk XIV als Lodewijk XV, hield Watteau zich afzijdig van het flamboyante hofleven van Versailles. In plaats van deel te nemen aan de pompeuze koninklijke cultuur, schilderde hij de aristocratische levensstijl op een meer verfijnde en dromerige manier. Zijn schilderijen laten niet de grootse hofceremonies zien, maar eerder de elegante, intieme bijeenkomsten van aristocraten in idyllische landschappen.


Zijn werk werd geprezen, zelfs nadat hij stierf

Ondanks zijn vroege dood op 36-jarige leeftijd bleef Watteau’s werk gewaardeerd door zowel zijn tijdgenoten als latere generaties. Kort na zijn dood werd een uitgebreide verzameling van zijn werken en tekeningen gepubliceerd door zijn vriend en mecenas Jean de Jullienne, wat bijdroeg aan zijn blijvende reputatie in de Franse en Europese kunstwereld.